Toekomst: Rotterdam als nationaal park

Wonen, leven, werken, reizen en bouwen in het toekomstige Rotterdam als nationaal park. In de tentoonstelling Nationaal Park Rotterdam in het Natuurhistorisch Museum Rotterdam hebben we geprobeerd je te enthousiasmeren voor natuur in de stad en te prikkelen om een toekomst met nog meer mogelijkheden van natuur in de stad te verkennen. Hier lichten we dat graag verder toe. Dit onderdeel van de tentoonstelling is tot stand gekomen in samenwerking met een diverse groep ontwerpers, ontwikkelaars, ecologen en deskundigen van Heijmans en Witteveen+Bos.

De toekomstkaart in de tentoonstelling (en hieronder) laat weelderige natuur in de stad zien, met Rotterdam-Zuid op de voorgrond. Met steeds meer inwoners en zomers met langere periodes van droogte, hogere temperaturen en hevige pieken in neerslag, is er meer groen en water verspreid over de stad nodig. In de tekening vallen verschillende natuurrijke plekken en verbindingen op die goed zijn voor mens en natuur. Het versterkt de leefbaarheid in de stad enorm: de natuur zorgt voor koelte, plezier, biodiversiteit, gezondheid en welbevinden.

Inrichting van de stad

Dat ons huidige ruimtegebruik op de schop gaat is onoverkomelijk, maar daar krijgen we veel voor terug. Verkeer en parkeren maken plaats voor groen en water. Fietsen, lopen, goed openbaar vervoer en lokale productie en consumptie zorgen voor een totaal andere stadslogistiek. Grondstoffen halen we niet meer van ver. Dicht bij huis oogsten en vinden we veel nuttige en duurzame materialen. In de gebieden rondom de stad komt ruimte voor natuur zoals in de Weidevogelpolder (3) én voor natte teelten, zoals rode rijst (6). De rivier voert sediment aan naar de Sedimentcentrale (16), waar materiaal als zand, klei en kiezels gewonnen wordt en wat gebruikt kan worden als bouwmateriaal. Hout en gewassen als vlas en lisdodde zijn hernieuwbaar, van natuurlijke aard (biobased) en kunnen prima groeien in de stad en langs de oevers van de Maas (11). Zo kan hout worden gebruikt als constructiehout en zijn vlas en lisdodde mooie isolatieproducten. Tijdens de groei van deze grondstoffen, zijn ze onderdeel van de natuur. Ze bieden een thuis aan dieren, helpen de stad koel houden, geven plek voor ontspanning en slaan natuurlijk CO2 op. De aanvoerroutes van voedsel en bouwmaterialen geproduceerd rondom de stad lopen langs de grote stadshubs (2, 7, 12) op strategische plekken aan de ring van Rotterdam. Hier halen bewoners goederen op of transporteren kleine, moderne voertuigen goederen verder de stad in. Het zijn multifunctionele hubs. In de Alexander Canyon (7) is bijvoorbeeld niet alleen consumptie, maar ook productie van gebruiksgoederen en voedsel. De architectuur is een door mensen gemaakte rotspartij die aantrekkelijk is voor verschillende dieren. 

 

Reservaten, groene aders en ankerpunten

In de stad zijn grote natuurgebieden met natuurlijke dynamiek en niet teveel menselijke verstoring: bosgebied in het Kralingse reservaat (5), rivieroevernatuur in het Biesbosch reservaat (9) en moeraslandschap in het Zuiderlijk Sponsreservaat (13). Deze kerngebieden zijn belangrijk voor een robuuste biodiversiteit, als koelte-batterijen voor de stad, leggen CO2 vast, filteren de lucht en bergen water bij pieken in regenval. Ze zijn ook aantrekkelijk om te recreëren en ontspannen, samen met familie en vrienden of juist even alleen met een boek tegen een boom.

Met een ecologisch netwerk zijn alle reservaten onderling met elkaar verbonden. Lanen en singels worden groene routes en waterverbindingen, waar mensen en dieren samen leven en bewegen. In het beeld zie je dit bijvoorbeeld terug in de vooroorlogse singelstructuren en groene boulevards waar nu doorgaande verkeersroutes zijn. In de toekomst zijn deze groene aders heerlijk om te wandelen en fietsen, waardoor we gezond en zonder vervuiling door de stad kunnen bewegen. Het netwerk van groene aders en reservaten zorgt daarnaast voor koelte in de steeds warmere stad. 

Binnen dit netwerk zijn groene ankerpunten de ecologische stepping stones. Dit zijn plekken met een rijke biodiversiteit, zoals groene gebouwen met planten tegen en aan de gevels en op het dak. Zo helpen daken met wateropvang enorm in de hitte- en wateropgave. Het beeld laat meerdere iconische gebouwen zien die zo’n plek kunnen zijn, zoals Ahoy, de Fenixloods (14), ‘Alexander Canyon’ (7), en de Kop van Feijenoord als ‘Beverburcht’ (8), omdat ook de Biesbosch verbonden is met Rotterdam. Hoe meer multifunctioneel deze plekken zijn, hoe aantrekkelijker voor flora en fauna. 

 

Water

Neerslag mag niet leiden tot overlast, dus zullen we de hoeveelheid regen lokaal en rond de stad moeten kunnen bergen als een spons. Dat vraagt ruimte, maar deze plekken kunnen natuurlijk wel gebruikt worden voor andere doeleinden, zoals recreatie in het Zuidelijk Sponsreservaat (13). Het opgevangen water hebben we nodig om drinkwater van te maken, omdat dit schaars zal zijn door neerslagtekorten. Met natuurlijke filters (helofytenfilters) kunnen we het al voor een groot deel zuiveren, zoals in het helofytenfilter bij het Eiland van Brienenoord (10) en de Kuip als ‘badkuip’, én typische Maas-natuur laten ontstaan. Zo kunnen we lokale drinkwatervoorzieningen maken en ook voor drogere periodes voldoende water hebben. 

De Waterkering (1) is nodig om het zoute water in de zee te houden en meer ruimte te creëren voor rivierwater. De zeespiegel zal in de toekomst gestegen zijn door klimaatverandering. Als het zoute zeewater teveel stijgt, stuwt het de rivieren op en vervangt deels het zoete water, ook in het achterland. Hierdoor kan de rivier niet alleen haar water niet goed kwijt, dit betekent ook dat het achterland deels zal verzilten. Bomen zullen dan afsterven, weilanden onbruikbaar raken en sommige dieren kunnen niet meer leven in of rond de rivier. Daar waar zee en rivier elkaar raken bij de Waterkering, kunnen we de noodzaak benutten om elektriciteit te winnen uit de ionenwisseling tussen zoet en zout water. Ook de getijden geven kans op energieopwekking, net als windenergie.

 

Biodiversiteit

Dit netwerk van reservaten, corridors en groene ankers biedt volop plekken waar de natuur zich thuis voelt en langs beweegt. Door bomen, struiken en kruiden te gebruiken die passen bij de bodem en het grondwater van Rotterdam, is er een hoge biodiversiteit. De verschillende groenhoogtes en soorten, en het bewust omgaan met bodemleven én waterkwaliteit, versterken het systeem, waardoor er een veerkrachtige natuur aanwezig is, die tegen een storm en stootje kan. Vlinders, vogels, vleermuizen en andere zoogdieren, al deze dieren hebben een plek in de stad en zelfs de eekhoorn keert terug! Langs de Maas heeft robuuste moerasnatuur weer een plek, met ruimte voor beverdammen en nesten van de zeearend. 

Juist door biodiversiteit te vergroten, zijn nuttige soorten voldoende aanwezig om van betekenis te kunnen zijn. Zo kunnen mogelijke plaagsoorten beperkt worden met natuurlijke vijanden, zonder als mens verder in te moeten grijpen. Kleine planten en dieren als algen en mossen houden die CO2 vast en vangen fijnstof af. Door de groene stad zijn juist ook bestuivers als wilde bijen veel aanwezig, die insecten helpen lokaal ons eten te produceren met voedselgewassen in moestuinen, voedselbossen en op dak-akkers.